Brussel laat opensource-alternatieven voor Amerikaanse techreuzen links liggen

Het CDA stelde staatssecretaris Van Huffelen Kamervragen omdat studentgegevens, ondanks kritiek van diverse experts, massaal in de Amerikaanse cloud worden gezet door onderwijsinstellingen en universiteiten.

De partij wilde onder meer weten of het ministerie bereid is om samen met de onderwijswereld te onderzoeken er eigen cloudoplossingen kunnen worden ontwikkeld. Volgens Van Huffelen biedt SURF, de gezamenlijke IT-organisatie van de onderwijswereld, op dit moment al een mix van eigen clouddiensten aan gecombineerd met een aanbod van dertien marktpartijen.

Er zijn daarnaast diverse verkenningen naar de gebruiksvriendelijkheid en toepasbaarheid gaande waarin gekeken wordt naar open source-alternatieven voor onder meer officeapplicaties, enquête-tools en grafische software.

Geen concrete acties

Het kabinet verzocht volgens Van Huffelen in 2021 de Europese Commissie om de ontwikkeling van openbare opensource-alternatieven voor grote particuliere digitale platforms te ondersteunen. “Vooralsnog heeft dit in EU-verband niet tot concrete vervolgacties op onderwijsgebied geleid. Nederland zal hiervoor aandacht blijven vragen. Ook zal Nederland een gezonde(re) marktwerking, publieke waarden en onderwijskwaliteit blijven agenderen in het Europese debat”, schrijft Van Huffelen.

Concurreren 

Voor het kabinet is meer concurrentie op de markt voor clouddiensten een belangrijke missie. “Door meer concurrentie kunnen alternatieve aanbieders van clouddiensten, waaronder Europese aanbieders, inspelen op de vraag vanuit onderwijsinstellingen en de Rijksoverheid.”

Onder meer DMA en de Dataverordening, de IPCEI Cloud Infrastructure and Services en het GAIA-X project worden door Van Huffelen genoemd als projecten die aan de concurrentie kunnen bijdragen.