'Boeing-bijsturing was grotendeels verzwegen'

De bijsturing die crashes juist moest voorkomen, was dus agressiever en riskanter, meldt The New York Times nu.

Het MCAS (Maneuvering Characteristics Augmentation System) is in een late fase van de ontwikkeling van de 737 MAX "fundamenteel herzien", schrijft de Amerikaanse krant op basis van ingewijde bronnen. Het aanvankelijke ontwerp van deze automatische bijsturing was geen risicovol stuk software. Het systeem zou slechts onder zeldzame omstandigheden actief worden en dan de neus van het toestel lichtjes bijsturen; naar beneden om té steil stijgen te voorkomen. Daarbij zouden minstens twee sensoren data aanleveren voor MCAS.

Tweaken vlak voor release

De herziening van dit ontwerp, wat is doorgevoerd slechts een jaar voordat het nieuwe Boeing-toestel af was, heeft de input verlaagd en de agressiviteit van het bijsturen juist verhoogd. MCAS slaat hierdoor eerder aan en stuurt dan sterker bij. Bij de twee fatale crashes hebben de piloten tevergeefs geprobeerd hun 'bokkende' toestellen weer omhoog te sturen; tégen het telkens bijsturende systeem in.

Nu komt naar voren dat de relatief late en ingrijpende herziening van MCAS grotendeels 'onder de radar' is gebleven. Ingenieurs blijken in gescheiden groepen te hebben gewerkt en mede daardoor de veranderingen niet goed te hebben doorgrond. Ook zijn de veranderingen stil gehouden binnen én buiten Boeing. Zo wisten testpiloten en toezichthouders niet van het herziene ontwerp.

Oudere versie goedgekeurd

Luchtvaarttoezichthouder FAA (Federal Aviation Authority) had MCAS wel goedgekeurd bij de certificering van de Boeing 737 MAX, maar dat betrof het oudere ontwerp. Volgens de regels van de FAA was een tweede keuring niet vereist omdat de doorgevoerde veranderingen geen invloed zouden hebben onder bepaalde, extreme omstandigheden. Verder zijn bij tests ook scenario's gevlogen waarbij MCAS niet 'aansloeg'. In sommige Boeing-simulators blijkt MCAS zelfs niet volledig te zijn nagebootst voor de testvluchten.