Belastingdienst heeft 32 miljoen euro extra nodig voor ICT-projecten

De grootste budgetwijziging is voor het project Autoheffingen Motorrijtuigenbelasting (Auto MRB), waar 20 miljoen euro extra in gestoken moet worden. Binnen dit project wordt een nieuw systeem gebouwd voor het heffen en innen van motorrijtuigbelasting, dat zorgt voor "het sneller kunnen meebewegen met veranderende wetgeving", aldus de staatssecretaris in zijn brief. Het huidige, verouderde systeem blijft nog operationeel totdat de implementatie van het nieuwe systeem voltooid is.

Aan het einde van 2019 werden de kosten voor dit project nog ingeschat op 17,5 miljoen euro. Naar verwachting zou het project eind 2020 klaar zijn. Inmiddels zijn die verwachtingen bijgesteld naar in totaal 37,4 miljoen euro en een einddatum van 31 december 2022. 

Het project liep al in 2019 vertraging op, toen de Fijnstoftoeslag MRB die op 1 januari 2020 van kracht werd ingevoerd moest worden in het oude systeem. "Om de Fijnstoftoeslagwetgeving tijdig te kunnen invoeren is een tijdelijke ICT-voorziening in het ICT-landschap ingebouwd met vertraging van de bouw van het nieuwe systeem tot gevolg." Naar aanleiding daarvan werd het project bijgestuurd, onder meer door de scope van het project te vergroten, de implementatiestrategie te wijzigen en de oude systemen tijdens de transitie te onderhouden. Daardoor zijn de kosten voor het project flink opgelopen.  

Vertraging door koppelingen

In 2017 werd besloten om de drie grote inningssystemen binnen de Belastingdienst te vervangen door een aantal kleinere applicaties. Eén daarvan is Enterprise Tax Management (ETM), waarin de inningsvoorzieningen voor ongeveer 25 aangifte- en aanslagmiddelen op zijn genomen. De ondersteuning voor het systeem door de leverancier stopt echter per 1 januari 2023. De ontwikkeling van een vervangend systeem blijkt nu vertraging te hebben opgelopen. 

De nieuwe applicaties moesten eigenlijk op 31 december 2021 klaar zijn, maar dat is bijgesteld naar een jaar later. Ook de kosten voor het project vallen hoger uit: in eerste instantie werden de kosten op 29,5 miljoen euro geraamd, maar nu blijkt er ruim zes miljoen euro extra nodig te zijn.

"De planning is met name aangepast vanwege onvoorziene, veel langere doorlooptijden bij het realiseren van geautomatiseerde koppelingen tussen ICT-systemen, zodat deze via het internet met elkaar kunnen communiceren", schrijft Vijlbrief. Inmiddels is voor een andere technische aanpak gekozen en is "de wijze van voortbrengen" geïntensiveerd en gestandaardiseerd, waardoor de koppelingen niet langer "op het kritieke pad" liggen.

Scope verruimd

Tot slot is er meer geld nodig om het project Rationalisatie Autoheffingen Belasting voor Personenauto's en Motorrijwielen (BPM) af te ronden. Met dit project worden de huidige systemen voor de aanschafbelasting op nieuwe auto's vervangen, "zodat de continuïteit van deze heffing wordt geborgd en het aanpassingsvermogen aan nieuwe wet- en regelgeving voor de BPM aanzienlijk wordt vergroot". Hoewel het project geen vertraging heeft opgelopen, blijkt er nu wel 6,4 miljoen euro extra nodig te zijn. 

De reden dat ook dit project meer geld kost dan verwacht, is omdat in 2020 besloten is om een aantal extra functionaliteiten toe te voegen. Met die nieuwe functionaliteiten wordt het nieuwe systeem aangesloten op de al in ontwikkeling zijnde systemen voor het innen van belastingen en op de nieuwe basisadministratie 'Fiscaal Voertuigbeeld' vanuit de RDW. Daarnaast wordt hiermee het "noodzakelijke beveiligingsniveau voor online BPM-aangifte door particulieren" gerealiseerd. 

"Voor het project Auto BPM geldt dat de aanpassingen en de effecten daarvan op scope en aanpak in het verleden te rooskleurig geraamd zijn en dat de rapportage daarover niet altijd van voldoende kwaliteit is geweest", schrijft Vijlbrief. Naar verwachting is het project eind 2021 klaar voor gebruik, waarna de oude applicatie uitgefaseerd wordt.