Balanceren op de lijn tussen techniek en politiek

22 oktober 2010

Maar wat doet Bertoldi, van huis uit elektrotechnicus, in politieke kringen? Loopt hij niet de kans om in conflicten terecht te komen? “Wij concentreren ons op puur technische zaken en pas als wij ons traject hebben gelopen, komt de politiek om de hoek kijken. Van dat soort conflicten heb ik dus geen last”, zegt Bertoldi.

De Code of Conduct is een document dat is geschreven als leidraad voor beheerders van datacentra. Ze kunnen erin lezen hoe ze zo ‘groen’ mogelijk kunnen werken, aan de hand van een serie best practices. “Zo’n Code”, zegt Bertoldi, “is geen luxe maar een noodzaak. Alle sectoren in de samenleving moeten minder energie gaan gebruiken, want anders lukt het nooit om de uitgestoten hoeveelheid CO2 te verminderen. Exploitanten van een datacentrum zijn gebaat bij duidelijke richtlijnen, handvatten die ze in hun dagelijkse praktijk kunnen gebruiken. Want een datacentrum is geen normaal gebouw, waar al een heleboel regels voor bestaan. Ook is een datacentrum geen stuk hardware, waar ook regels voor zijn opgesteld. Het is iets ertussenin en het is zoeken naar de beste manieren om zo’n centrum groen te maken.”

In 2007 gebruikten de rekencentra in Europa ongeveer 56 terawattuur. In 2020 zal dat zijn opgelopen tot 104 TWh, als geen maatregelen worden genomen. “De eerste waarde is ongeveer gelijk aan de energieconsumptie van Portugal, de tweede komt dicht in de buurt van de energieopname van Nederland. Het is de bedoeling om die ongeremde groei tegen te gaan. De Code of Conduct is daar een hulpmiddel voor”, zegt Bertoldi. De Code of Conduct bevat een aantal tips en aanbevelingen voor exploitanten van datacentra. Ze kunnen in het document lezen op welke manier ze hun centrum optimaal kunnen inrichten, bijvoorbeeld door het maken van koude en warme gangen, het afdekken van niet-gebruikte stukken van racks en dergelijke. Veel van die tips komen uit de praktijk, van bedrijven die met succes het energieverbruik van hun datacentrum hebben beperkt.

Bertoldi: “Dat is de theorie. Het is onze taak om dat te vertalen naar de praktijk, met hulp van de deelnemers aan het project. Die gaan de aanbevelingen toepassen in hun eigen situatie en rapporteren daarover. Wij nemen die meetgegevens in ontvangst en gaan ze ook controleren. Je moet wel weten of een deelnemer met reële gegevens op de proppen komt. Narekenen kan geen kwaad. We hebben al een paar keer gemerkt dat een meting niet goed is uitgevoerd. Bijvoorbeeld doordat de meters op de verkeerde plaats in de elektrische installatie waren gemonteerd. Je meet dan maar een deel van het opgenomen vermogen.”

Ook moet het lab van Bertoldi rekening houden met de plaats waar een deelnemend datacentrum is gevestigd. De verschillen in Europa kunnen wat dat betreft behoorlijk groot zijn. “Een datacentrum dat in Noorwegen staat, heeft een heleboel koude lucht en koud water om de apparatuur te koelen. Een zelfde rekencentrum dat bijvoorbeeld in Sevilla staat heeft het veel moeilijker. Een omgevingstemperatuur van 40 graden maakt het koelen behoorlijk moeilijker en het verplicht je om meer energie te gebruiken.”

Volgens Bertoldi zijn de verschillen in Europa wel groot, maar geldt dat niet voor de belangstelling voor de Code of Conduct. “Zoals te verwachten was, krijgen we een goede response uit landen waar het milieu volop in de belangstelling staat, zoals Nederland, Duitsland en de Scandinavische landen. Maar ook in het zuiden van Europa zijn de beheerders van datacentra geïnteresseerd in ons programma”, zegt Bertoldi.

De voertaal binnen het hele project is Engels, wat de communicatie tussen de partijen erg vereenvoudigt. Er zijn geen tolken en vertalers nodig om de informatie om te zetten naar een van de andere officiële talen binnen de Europese Unie. “Het gaat hier wel om automatiseerders die vaak op buitenlandse symposia en evenementen te vinden zijn. Ook daar is de voertaal Engels en ze beheersen die taal goed”, aldus Bertoldi.

“Eind september hebben zes nieuwe exploitanten van datacentra zich aangemeld om mee te doen met de Code of Conduct, zodat het totaal op 32 stuks komt. Opvallend is dat het voornamelijk bedrijven uit de telecomsector zijn”, aldus Bertoldi. “Maar we krijgen ook aanmeldingen van bedrijven die niet zozeer met datacentra in de weer zijn, maar die zich richten op breedbandcommunicatie. Ook daar wordt apparatuur gebruikt SEnD denk aan de routers en switches SEnD die veel energie nodig heeft. Breedbandmateriaal is goed voor ongeveer 15 procent van de totale energieconsumptie van de ICT-sector in Europa, dus als we daar kunnen besparen, dan is dat erg welkom.”

 
Lees het hele artikel
Je kunt dit artikel lezen nadat je bent ingelogd. Ben je nieuw bij AG Connect, registreer je dan gratis!

Registreren

  • Direct toegang tot AGConnect.nl
  • Dagelijks een AGConnect nieuwsbrief
  • 30 dagen onbeperkte toegang tot AGConnect.nl

Ben je abonnee, maar heb je nog geen account? Neem contact met ons op!