Meer over IPv4

Voor organisaties in Europa nadert snel de dag dat er geen IP-adressen meer te krijgen zijn, tenminste niet meer de vertrouwde IPv4-adressen. De infrastructuuraanbieders in Nederland hebben zich al aardig voorbereid op de komst van het nieuwe internetprotocol IPv6, maar elders in het bedrijfsleven en bij de overheid blijft de apathische houding overheersen. Dat heeft een risico: hoge kosten als aanpassing versneld moet.

De internetgemeenschap heeft even uitstel gekregen. In februari, bij de laatste uitgifte van IPv4-blokken door de wereldwijde nummerorganisatie IANA, werd nog verwacht dat de eerste van regionale nummerorganisaties (RIR) afgelopen zomer door zijn voorraad heen zou zijn. Nu is de prognose dat in juli 2012 RIPE NCC, de RIR voor ondermeer Europa, alleen nog maar IPv6-adressen kan uitdelen aan wie een nieuwe internet­aansluiting wil.

IPv6 krijgt eindelijk een breinpositie bij IT- en algemeen management. In praktijk bestaat de aandacht echter op zijn best uit proefprojectjes met een dual stack of IPv6-opstelling. Aan de slag gaan met IPv6 brengt nieuwe risico’s met zich mee, maar niets doen net zo goed.

De hoofdvoorraad IPv4-adressen is sinds vorige week op. Het is nu een kwestie van maanden voor de werkvoorraad bij de regionale beheerders (RIR’s) en de internetaanbieders uitgeput raakt.

De regering-Obama maakt zich zorgen dat de lagere overheden niet tijdig hun systemen hebben aangepast aan het nieuwe internetprotocol IPv6. Ook kan gebrek aan kennis over IPv6 leiden tot extra kwetsbaarheden in overheidssystemen die niet op de brede toepassing van IPv6 zijn voorbereid.

Zes IPv6-specialisten hebben de Stichting IPv6 Nederland – kortweg Stipv6 – opgericht. Die wil het bewustzijn van, de kennis over en de succesvolle implementatie van het IPv6-protocol helpen bevorderen. “Het gaat niet snel genoeg”, waarschuwt netwerkspecialist Joost Tholhuijsen.

Over een half jaar zijn de IPv4-adressen echt op. Dat gaat groeiende problemen opleveren op internet. Maar niemand lijkt zich druk te maken.

De beperkingen van het huidige internet zijn inherent aan de TCP/IP-architectuur. Er is een betere architectuur denkbaar, zegt Jos Vrancken, gebaseerd op een hiërarchische namespace en gateways. En er is een transitiepad mogelijk naar deze architectuur. De invoering van IPv6 gaat, als onbedoeld neveneffect, deze namespacearchitectuur bevorderen.

Vorige week werden opnieuw twee blokken IPv4-adressen uitgegeven door IANA. De voorraad is nu gedaald tot 5,5 procent. Naar verwachting zijn er vanaf juni volgend jaar voor nieuwe internetaansluitingen nog uitsluitend IPv6-adressen.

Willen organisaties bereikbaar blijven, dan moeten hun systemen binnen twee jaar geschikt zijn voor IPv6 en dat is vaak geen eenvoudige klus.

Volgens adviseur Silvia Hagen is het gebrek aan langetermijnvisie bij bedrijven debet aan de trage omschakeling naar IPv6.