Overslaan en naar de inhoud gaan

Raptor zet klauwen in ‘verouderde’ netwerkarchitectuur

De gecentraliseerde architectuur van de huidige bedrijfsnetwerken is hopeloos verouderd. Veeleisende applicaties zoals Voice over IP en video werken gebrekkig of helemaal niet. Een radicaal andere aanpak is daarom nodig. Dat stelt althans de Amerikaanse firma Raptor, pleitbezorger van een nieuwe gedistribueerde architectuur. ‘Een technologische doorbraak’, noemt Raptor Networks Technology zijn vinding weinig bescheiden.
Maatschappij
Shutterstock
Shutterstock

Het basisidee: een netwerkarchitectuur waarin een groot aantal modulaire switches (schakelsystemen), die geografisch gespreid zijn, samen één virtuele ‘core switch’ vormen.
De voordelen boven een traditionele architectuur met centrale, chassisgebaseerde switches zijn volgens Raptor legio: snelheden die honderd keer hoger liggen dan bij conventionele schakelsystemen, netwerken die minder gevoelig zijn voor storingen en 80 procent minder energie verbruiken dan een chassisoplossing. Dat alles tegen een derde tot een vijfde van de gangbare prijs van gecentraliseerde switches, die volgens het bedrijf extreem complex, heel duur en inflexibel zijn.
Het geheim achter de veel hogere prestaties schuilt in de datasnelweg die alle switches samensmeedt tot een cluster. Hiervoor is de Raptor Adaptive Switch Technology (RAST) ontwikkeld, in feite een bedrijfseigen variant op 10 gigabit-ethernet. Deze ‘interconnect’ is functioneel vergelijkbaar met de ‘backplane’ in een conventioneel chassis.
RAST verbindt de switchmodules via meerdere paden in een maasvormig netwerk op laag 2 (de datalinklaag) van het OSI-model. Elk pad biedt een snelheid van 10 Gb/s. Door het maasnetwerk kunnen de switches hun maximale bandbreedte benutten en storingen onderling opvangen. RAST is een ‘proprietary’ techniek waarop in totaal negen patenten zijn aangevraagd. De ethernetpoorten zelf voldoen wel aan alle IEEE-standaarden. De switches van Raptor kunnen worden gecombineerd met standaardethernetapparatuur van andere fabrikanten, verzekert het bedrijf.
Ruimtelijk bezien lopen de toepassingen uiteen van netwerken binnen één gebouw, een bedrijfscampus, een grote stad of regio. Een RAST-verbinding kan afstanden tot 120 kilometer via ‘dark fiber’-glasvezel overbruggen. Door gebruik van modulatietechnieken zoals DWDM, waarbij licht van verschillende golflengten door glasvezelkabel wordt gestuurd, zijn nog grotere afstanden mogelijk. Zo is in een test met de universitaire organisatie SARA via DWDM met succes een koppeling gelegd tussen Amsterdam en Washington.
Raptor heeft met zijn gedistribueerde netwerkarchitectuur in eerste instantie vijf ‘marktniches’ in het vizier. Om te beginnen Europese bedrijven die nu nog grote, verouderde FDDI-netwerken gebruiken. Kleine en middelgrote bedrijven die op zoek zijn naar een snel, betaalbaar backbone-netwerk vormen een tweede doelgroep. Daarnaast ziet de firma Raptor kansen in IP-telefonie (VoIP), hoogwaardige videodistributie en geclusterde IP-opslag.

Thomas Wittenschlaeger, algemeen directeur van Raptor, spreekt van een ‘revolutie’ in netwerken, vergelijkbaar met de grote veranderingen die het computergebruik de afgelopen dertig jaar heeft ondergaan. “Werken met computers is letterlijk gedecentraliseerd tot aan het bureaublad. Hetzelfde is gebeurd met opslag. Maar in netwerken zie je nog steeds een massieve gecentraliseerde architectuur.”
Het grote probleem van traditionele netwerken is volgens Thomas Wittenschlaeger dat ze alleen goed opgewassen zijn tegen kortstondige oprispingen (‘bursts’) in het dataverkeer, zoals bij e-mail het geval is. Ze zijn nooit ontworpen voor de continue, grote datastromen die nieuwe applicaties zoals VoIP en videostreaming veroorzaken. Hierdoor ontstaan flessenhalzen.”
De ethernettechnologie is weliswaar met forse sprongen van 100 megabit naar 1 Gb en 10 Gb opgeklommen, maar wat telt is hoe lang het duurt om data van A naar B te brengen. Daarom is de kwaliteit van VoIP-gesprekken maar matig en krijgen we filmpjes in een klein venster gepresenteerd. Alleen wie zich de luxe kan permitteren van een ‘dedicated’ punt-tot-puntverbinding, bijvoorbeeld voor high-end videoconferencingsystemen, krijgt gegarandeerd een hogere kwaliteit.
De toenemende traagheid is niet te wijten aan misplaatste zuinigheid, aldus de CEO van Raptor. “Bedrijven hebben een godsvermogen geïnvesteerd in hun netwerken. Het echte probleem is dat ze oude technologie gebruiken om een modern probleem op te lossen. Het is dwaasheid nog meer van hetzelfde te kopen, omdat het geen productprobleem is maar een architectuurprobleem.”
Wittenschlaeger is ervan overtuigd dat de hele netwerkbranche binnen tien jaar zal zijn overgestapt naar gedistribueerde schakelsystemen. Al is deze ontwikkeling niet in het belang van de zittende marktleiders zoals Cisco, voegt hij eraan toe. “Ze zijn verzot op die grote kasten. Ze kunnen topprijzen vragen voor een architectuur die tien jaar geleden is ontworpen.”

Ofschoon Raptor vooralsnog een roepende in de woestijn lijkt, heeft het bedrijf inmiddels wel enkele marktsuccesjes in eigen land behaald. Zorgverzekeraar L.A. Care Health Plan in Los Angeles, nam eind vorig jaar de gok, ging in zee met het kleine en onbekende Raptor en bespaarde zo enkele tonnen.
L.A. Care (750.000 verzekerden) kampte met stroperige traagheid in zijn op OSI-laag 2 gebaseerde, niet gesegmenteerde lokale netwerk. De installatie van Oracle RAC-servers had geleid tot een ‘bandbreedtecrisis’ waardoor applicaties elkaar hinderden en vertraagden.
De offerte van Cisco suggereerde diverse remedies, waaronder segmentatie van het verkeer in virtuele LAN’s of opwaardering van de core naar laag 3. In beide gevallen zou L.A. Care voor nieuwe Cisco Catalyst-switches plus software en diensten 500.000 dollar moeten uittrekken. Dat geld had de armlastige non-profitverzekeraar niet. De keus viel daarom op een gelijkwaardige oplossing met vier Raptor ER-1010 switches die 180.000 dollar kostten. Aan de randen van het netwerk zijn overigens wel Cisco Catalyst 6509-switches geplaatst om de 350 pc’s en overige apparatuur aan te sluiten.
Ook bij het Amerikaanse ministerie van Defensie wist Raptor te scoren. Na uitputtende tests door het Joint Interoperability Test Command (JITC), onderdeel van de IT-organisatie van Defensie, werd de ER-1010 switch in juni gecertificeerd voor gebruik in combinatie met andere goedgekeurde netwerkapparatuur. Eind september volgde de eerste order van het Pentagon, met een waarde van 283.000 dollar. De producten van Raptor Networks zijn pas sinds kort in Europa op de markt. Vanuit Nederland is general manager Ivo Meijer verantwoordelijk voor de activiteiten in dit werelddeel.
Topman Wittenschlaeger was onlangs in Nederland om de technologie van zijn bedrijf onder de aandacht te brengen. Zijn bezoek resulteerde in het afsluiten van een overeenkomst met Triple P, dat de producten als netwerkintegrator in de Benelux zal verkopen.
Volgens Wittenschlaeger is gekozen voor Triple P omdat de complexiteit van apparatuur voor het hart van bedrijfsnetwerken een technisch doorknede partner vereist. Techniek imag0 Risicokapitaal

Product: Standaardcomponenten houden de prijs laag
Het productaanbod van Raptor bestaat nu uit twee switches. Het bedrijf kan verder gigabitnetwerkkaarten (NIC’s) met twee tot zes poorten leveren, maar ziet dat zelf als bijzaak.
De Ether-Raptor ER-1010 met een bouwhoogte van 1 rackunit (1U) heeft in de grootste configuratie 24 poorten voor 1 gigabit ethernet en zes 10 gigabit-poorten. Maximaal zestien stapelbare ER-1010’s vormen samen een virtuele switch met in totaal 384 gigabit-poorten. In Raptors roadmap staan overigens producten met 1500 poorten per cluster.
Het andere schakelsysteem, de Oviraptor OR-1048, is bedoeld voor de randen van het netwerk. Hij heeft 48 ethernetpoorten die geschikt zijn voor 10, 100 en 1000 megabit per seconde.
Raptor zegt dat zijn switches relatief laag geprijsd zijn doordat ze geen maatwerkchips (ASIC’s) bevatten maar standaardcomponenten. Zo is de processor een PowerPC-chip van Motorola, komen de ethernet-transceivers uit de koker van Broadcom en maakt elektronicafabrikant Tyco de printplaat. Het besturingssysteem is Vxworks van WindRiver Systems.

Techniek: Redundantie opgelost op datalinkniveau
Zoals Raptor het voorstelt, zit de hoofdoorzaak van de traagheid in de overgangen tussen de centrale switches (core), het enterprise-netwerk en de randen (edge) met hun vertakkingen naar pc’s van eindgebruikers, printers en andere apparatuur.
Conventionele ‘end-to-end’-oplossingen gebruiken laag 3 (netwerklaag) en laag 4 (transportlaag) om redundantie op de overgangen te creëren, met extra oponthoud (latency) en tragere overdracht in geval van storingen (failover) tot gevolg. Zulke oplossingen zijn volgens Raptor duur doordat fabrikanten zware centrale processors en maatwerkchips ASIC’s moeten inzetten om alle overhead die inherent is aan de architectuur te compenseren. Ook zijn ze moeilijk te configureren en te beheren, wat weer specialistische kennis en dure onderhoudscontracten vereist. Raptor lost het anders op door de redundantie en failover helemaal op laag 2 (datalink) te laten plaatsvinden. Alle verbindingen kunnen door middel van ‘link aggregation’ tegelijk actief zijn. Door meerdere verbindingen van elk 10 gigabit te bundelen, zijn verbindingen tussen de switches tot 40 Gb mogelijk. Datapakketten kunnen op de maximale snelheid, de zogenaamde ‘wire speed’, passeren.

Imago: Velociraptors: slim en snel
Raptor Networks, gevestigd in Santa Ana (Californië), is opgericht in 2003. Met zijn 32 werknemers is het bedrijf een dreumes vergeleken met markt-leider Cisco, waar het zich sterk tegen afzet. Particuliere beleggers met stalen zenuwen SEnD veel vergelijkbare starters zijn failliet gegaan SEnD hebben in totaal 31 miljoen dollar in het bedrijf geïnvesteerd.
Omzet is er nog nauwelijks geboekt, laat staan winst. Sinds begin 2004 verkocht Raptor voor slechts 1,59 miljoen dollar en leed daarover een operationeel verlies van 40,5 miljoen dollar. CEO Wittenschlaeger blijft optimistisch. Hij denkt Raptor binnen negen tot twaalf maanden uit de rode cijfers te halen nu het distributienetwerk zich uitbreidt en meer potentiële klanten oog krijgen voor het bedrijf.

Risicokapitaal: Magere omzet, dik verlies
De naam Raptor is niet zomaar gekozen. Wie het boek of de gelijknamige film Jurassic Park kent, zal zich de angst-aanjagende velociraptors herinneren: relatief kleine dinosauriërachtigen die 60 tot 95 miljoen jaar geleden de Late Krijtperiode onveilig maakten. Velociraptors behoorden tot de snelste en intelligentste dinosauriërs. Jagen deden ze doorgaans in groepen, vaak op grotere prooidieren: eendracht maakt macht. De modulaire switches van Raptor Networks zijn gebaseerd op hetzelfde idee. Dat het daarnaast grotere soortgenoten als prooi ziet, is een tweede uitleg van de bedrijfsnaam.

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in