'Meer internationale samenwerking nodig tegen cybercrime'

In ’t Veld zei gisteren in het tv-programma Buitenhof dat samenwerken een beter middel is dan 'terughacken', zoals minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie vorige week opperde. Hij vindt betere internationale samenwerking ook hard nodig, maar vreest dat dit erg lang gaat duren en wil hier niet op wachten.

In het Veld benadrukt dat Nederland - net als veel andere landen - die samenwerking de laatste jaren enorm heeft tegengehouden. Zij zegt te betwijfelen of het hacken van buitenlandse computers wel zou kunnen leiden tot veroordelingen, omdat nog onduidelijk is of de Nederlandse overheid die bevoegdheid wel heeft.

'Fysieke locatie computer niet van belang'

Ronald Prins, directeur van beveiligingsbedrijf Fox-IT, zei in het programma het plan van Opstelten te steunen. Hij vindt het ‘hard noodzakelijk’ dat mensen die zich schuldig maken aan cybercrime gepakt worden. “Zij verdienen daar vaak ongestraft miljoenen euro’s mee, en daar moet snel een einde aan komen.” Prins vindt bovendien dat de fysieke locatie van een computer niet zou moeten bepalen welke wetgeving geldt. “Als een hacker in Armenië een computer in Oekraïne gebruikt om een bankrekening in Nederland te kraken, dan zou dat onder Nederlandse jurisdictie moeten vallen en niet onder de Oekraïense”, stelt Prins.

'Ernstig risico voor cybersecurity'

Bits of Freedom (BoF) noemde het voorstel van Opstelten vorige week 'een ernstig risico voor de Nederlandse cybersecurity'. In de komende maanden wordt een conceptwetsvoorstel voorbereid. Daarna buigt de Tweede Kamer zich hierover.