Invoering IPv6 heeft in Nederland geen prioriteit

Dat de internetadressen opraken, dat is bij de meeste organisaties in Nederland wel bekend, concludeert KPMG uit onderzoek. Maar ze voelen veelal geen noodzaak om ermee aan de slag te gaan. 70 procent denkt dat het opraken van IPv4-adressen voor hun organisatie geen bedrijfsrisico inhoudt, en 60 procent geeft aan dat businessgeoriënteerde initiatieven op dit moment een hogere prioriteit hebben dan IPv6.

Redactie AG ConnectMeer van deze auteur

IPv6 nog nauwelijks ingevoerd

Het ontbreken van een gevoel van urgentie vertaalt zich in een bescheiden aandeel voor de bedrijven die al met IPv6 aan de slag zijn. Bij slechts 15 procent bevindt IPv6 zich momenteel in een test- of acceptatiefase. Het percentage bedrijven dat IPv6-adressen heeft aangevraagd ligt met 20 iets hoger. Maar niet meer dan één op de twintig bedrijven heeft het personeel getraind op de komst van het nieuwe protocol, en het aantal organisaties dat de webpagina al geschikt heeft gemaakt voor het nieuwe protocol ligt even laag.

Riskante laksheid

KPMG denkt dat het organisaties duur zal komen te staan als ze volharden in die wat lakse houding. Als de IPv4-adressen in Europa op zijn, naar verwachting uiterlijk begin volgend jaar, zal Europa toch aan IPv6 moeten geloven. "Nederlandse organisaties zullen dan plotseling te maken krijgen met massale concurrentie van bedrijven die al geruime tijd actief zijn met het nieuwe internet protocol. Ze worden dan met recht geconfronteerd met een remmende voorsprong van formaat. Naarmate de IPv6 only-gebieden van het internet groter worden, wordt het voor Nederlandse organisaties dan essentieel om zowel IPv4 als IPv6 (‘dual stack’) te ondersteunen. Het is voor de bedrijven en instellingen dan ook essentieel om proactief om te gaan met de komst van IPv6", laat Sander Klous van KPMG Advisory noteren in het persbericht over de uitkomsten van KPMG's onderzoek

Meer informatie over de voorbereiding op de overstap vindt u in het dossier IPv6