Exascale-supercomputer kost VS half miljard

Aurora wordt uitgerust met technologie die nu nog niet uit is. Dit omvat een toekomstige generatie van Intels Xeon Scalable-processor (op basis van de Xe-architectuur), en een toekomstige generatie van Intels Optane DC Persistent Memory, laat de chipmaker weten. De oplevering van deze krachtige supercomputer staat gepland om in 2021 plaats te vinden. Ondertussen is China, dat de laatste jaren telkens prestatierecords met 'supers' wist neer te zetten, ook druk bezig met nieuwe systemen. Mogelijk dat daar ook de exascale-grens wordt beslecht. De Aziatische grootmacht heeft dat als doel gesteld voor 2020.

Wedloop met China

De Amerikaanse Aurora is technisch gezien niet een geheel nieuw systeem: het is de tweede iteratie van een supercomputerontwerp. Eerder zou Intel aan het Argonne-laboratorium een systeem met een prestatieniveau van 180 petaflops leveren, wat in 2018 moest gebeuren. In dat ontwerp deed de derde generatie van Intels gespecialiseerde Xeon Phi-processors dienst. De plannen hiervoor zijn echter geschrapt toen China zijn ambities voor 1 exascale onthulde.

"Het bereiken van exascale is absoluut noodzakelijk, niet alleen om de wetenschappelijke gemeenschap vooruit te helpen, maar ook om de levens van gewone Amerikanen te verbeteren", stelt de Amerikaanse minister van Energie Rick Perry in een persverklaring. "Aurora en de volgende generatie van exascale-supercomputers zullen high-performance computing en AI-technologieën toepassen op gebieden zoals kankeronderzoek, klimaatmodellering, en zorgbehandelingen voor veteranen." Overigens heeft de door president Trump aangestelde Energie-minister eerder verklaard niet te geloven in klimaatverandering door menselijke invloeden.

Een render van de te bouwen Amerikaanse exascale-supercomputer: