“De grootste verrassingen zijn de voorspellingen die níet uitkomen”
Als er iets misgaat op het gebied van privacy, wordt meestal met een beschuldigende vinger gewezen naar hackers, die weer een of ander plan hebben bedacht om mensen hun informatie en of hun geld afhandig te maken. Hoe gaat dat over 15 jaar?
Templeton: “Ik denk niet dat je hier het woord hacker moet gebruiken. Een hacker is iemand die computercode ontrafelt met eerzame bedoelingen. Het gaat in dit geval echt over cybercriminelen, dat is iets heel anders. De criminelen zullen inderdaad nieuwe manieren bedenken om mensen in de maling te nemen, om zo aan bijvoorbeeld geld te komen.
Bedenk wel, dat een parasiet zijn gastheer nooit dood zal maken, anders droogt de geldbron op. Ze houden zich dus enigszins in. Als ze dat niet zouden doen, dan zijn we er als gebruikersgemeenschap geweest want de computerindustrie is niet in staat om zware aanvallen af te weren. In 2030 zullen we een beveiligingsniveau hebben dat is afgestemd op de bedreigingen die er dan zijn.”
De ontwikkelingen op IT-gebied gaan steeds sneller, is het voor de gewone mens allemaal nog wel bij te houden?
“Het gaat inderdaad exponentieel omhoog en dat is voor de meeste mensen moeilijk. Zij denken lineair en als een ontwikkeling daar bovenuit steekt is dat voor sommige mensen te veel van het goede. Anderen vinden het weer wel goed bij te houden. Vergelijk het met tegenwoordig: je kinderen zijn veel gehaaider op computergebied dan jij en jij bent weer veel handiger met computers dan je ouders.”
Nu worden de eerste aarzelende stapjes gezet op weg naar de zelfrijdende auto. Kunnen we in 2030 gewoon de telefoon pakken en een auto laten voorrijden die ons vanzelf naar de bestemming brengt?
“Dat zou moeten kunnen, hoewel niet iedereen daar gebruik van zal willen maken. Er blijven altijd mensen die zelf achter het stuur willen kruipen. Afgezien daarvan zorgt de zelfrijdende auto wel voor een revolutie, die door sommigen niet wordt begrepen, overigens. Iedereen heeft de mond vol van de ‘chauffeurloze auto’ net zoals 100 jaar geleden het ‘paardloze rijtuig’ zijn intrede deed. Ik bedoel daarmee dus de auto, die toen door velen werd beschouwd als een rijtuig waar geen paard meer voor gespannen hoefde te worden. De reikwijdte van de auto werd vele malen groter en zo zal dat ook gaan bij de zelfrijdende auto. Overheden zijn er overigens als de kippen bij om de zelfrijdende auto van Google goed te keuren, in de hoop dat de auto-industrie vanuit Detroit of Wolfsburg naar hun gemeente komt. Dat kan, maar aan de andere kant denken ze nog wel heel erg rechtlijnig en volgens de regeltjes van de 20ste eeuw. Zo heeft de zelfrijdende auto van Google een buitenspiegel. Waarom? Dat is nu eenmaal voorschrift, een auto hoort een buitenspiegel te hebben. Over stuur of chauffeur staat niets in de wet, dus die hoeven dan niet.”
Mensen zien de zelfrijdende auto als concurrent voor hun eigen rijvaardigheid, hoe erg is dat?
“De zelfrijdende auto is, net zoals UberPop, een bedreiging maar niet voor de partijen waar het eerst aan wordt gedacht. Beide zijn een bedreiging voor de auto-industrie, want ze zorgen ervoor dat mensen minder auto’s gaan kopen. In plaats van een auto kopen ze een ritje van A naar B. Dat zal steeds vaker gebeuren. Dus het argument dat UberPop een bedreiging is voor de taxiwereld gaat niet op. Net zo min als de videorecorder een bedreiging vormde voor de filmmaatschappijen. Grote Amerikaanse studio’s hebben ooit serieus overwogen om Sony voor de rechter te slepen vanwege de uitvinding van Betamax, om de oneerlijke concurrentie de kop in te drukken.”
Is de zelfrijdende auto het summum wat de technologie ons kan brengen?
“Dat denk ik niet. De techniek kan ook op kleinere schaal worden toegepast, bijvoorbeeld bij een zelfrijdende bezorgrobot. Een afgesloten kast op wielen waarin een bestelling past. De robot rijdt naar je voordeur, je voert de PIN in en de klep gaat open. Dit gaat leiden tot een IoP, of wel een Internet of Parcels.”
De techniek gaat steeds sneller, dus op een gegeven moment kan die techniek toch worden gebruikt om eventuele plooien in de samenleving plat te strijken?
“Dat had je gedacht. Het duurt soms eeuwen voordat de maatschappij klaar is voor nieuwe ontwikkelingen. Kijk alleen maar naar de radio, een techniek van meer dan 100 jaar oud die door diverse overheden nog steeds word behandeld op de manier van een eeuw geleden. Frequenties worden nog steeds voor veel geld geveild, terwijl de techniek allang zo ver is dat radio’s dynamisch van het beschikbare spectrum gebruik kunnen maken. Zo’n verdeling vooraf is waarschijnlijk lekker eenvoudig, vandaar dat het nog steeds wordt gedaan.”
De mens wordt de komende jaren steeds slimmer, vooral door de aanwezigheid van externe gadgets. Bestaat dan niet het gevaar dat mensen helemaal niets meer kunnen als de accu leeg is?
“Dat is wel zo, maar je kunt die accu natuurlijk snel weer opladen. Ik kan gelukkig nog wel hoofdrekenen, dus ik raak niet in paniek als mijn smartphone met rekenmachine-app het even niet doet. Het onthouden van telefoonnummers is wel een probleem, daar ben ik zelf bijvoorbeeld erg slecht in. Het is bovendien een klunzig systeem, waarom zou je van iemand – naast zijn of haar naam – ook nog een reeks getallen moeten onthouden? Zodra de accu van je telefoon weer is opgeladen, ben je dat probleem ook weer kwijt. Kinderen verwerven hun kennis tegenwoordig ook anders dan vroeger. Het gaat niet meer om het pure weten, maar om de kennis waar je bepaalde informatie kunt opzoeken. Of dat goed is of slecht, daar zijn de meningen nog over verdeeld.”
Het is denkbaar dat het onderscheid tussen de ‘haves’ en de ‘have nots’ de komende jaren alleen maar groter wordt. Is dat een probleem?
“Op dit moment hebben we een verdeling van 3 tot 4, wat wil zeggen dat 3 miljard mensen toegang hebben tot informatienetwerken en 4 miljard niet. We zijn bezig om dat snel te veranderen. Die zaak komt in een stroomversnelling op het moment dat inwoners van grote landen massaal toegang gaan krijgen tot internet. Bij de mensen die wel op internet zitten heb je ook grote verschillen, bijvoorbeeld qua bandbreedte. En zelfs aan de top, bij de zeer breedbandige verbindingen, heb je verschillen. Handelaren die gebruikmaken van algorithmic trading bijvoorbeeld, waarbij een tijdsverschil van een paar milliseconden bepalend kan zijn voor winst of verlies.
Persoonlijk vind ik dat verkeerd. Het voegt niets toe aan de kwaliteit van leven. Gewoon handelen op een snelheid die de mens kan overzien is goed genoeg. Dan loop je ook niet de kans dat de computer er in rap tempo een puinhoop van maakt. Een ingestorte Dow Jones kan nog wel gerepliceerd en gecorrigeerd worden, maar in andere gevallen zit je met een puinhoop. Als iemand meer geld verdient omdat hij slimmer is, daar kan ik inkomen, maar als het alleen maar gebeurt omdat je 10 milliseconden sneller bent dan je concurrent dan vind ik dat persoonlijk niets.”
Machines worden slimmer en slimmer, en op een gegeven moment kunnen ze banen van mensen inpikken. Is dat beangstigend?
“Ach, machines zijn al meer dan 100 jaar bezig om banen van mensen over te nemen. Kijk alleen maar naar de landbouw. Het grote voordeel is, dat die mensen daardoor meer tijd kregen voor leuker werk. De mens zelf ziet het op zo’n moment mogelijk wat minder. Je kent de populaire uitdrukking misschien wel: ‘we spreken van recessie als je buurman werkloos wordt en van een depressie als je zelf je baan verliest’. Uit onderzoek blijkt dat de komende jaren banen gaan verdwijnen zowel aan de onderkant als de bovenkant van de markt.”
De afgelopen 30 jaar is veel werk verzet aan de kwantumcomputer. Zo’n apparaat zal er rond 2030 toch wel zijn?
“Ik weet dat niet. Er is volgens mij meer over de kwantumcomputer geschreven dan dat er echt zaken zijn gebouwd, recente succesjes daargelaten. Ook zie ik niet echt brede toepassingen voor zo’n computer, met uitzondering van het razendsnel kraken van grote priemgetallen. Dat is misschien wel de beste maatstaf: je weet dat de kwantumcomputer klaar is en werkt, als bankmanagers en beveiligingsexperts gillend door de straten rennen omdat hun codes gekraakt zijn.”
Kunnen we op weg naar 2030 ontwrichtende technologie verwachten?
“Zo makkelijk wordt iets niet ‘disruptive’, hoor. Ooit werd gedacht dat de grammofoonplaat de doodsteek zou zijn voor live muziek. Toen kwam de radio, die zou de LP overbodig maken. De radio zou op zich weer worden weggedrukt door de tv en tenslotte zou internet de tv de nek omdraaien. Is dat allemaal gebeurd? Nee. Elke techniek zal zijn eigen plekje behouden. Wel zie je dat de techniek steeds meer gaat van pure hardware naar bijna pure software.”
Wat is het meest verbazende IT-feit van dit moment?
“De grote kracht van de sociale media. We hadden nooit kunnen vermoeden dat meer dan een miljard mensen gebruik zouden maken van een medium als Facebook. En dan zijn er nog veel andere netwerken ook. Mensen halen hun vrienden ermee dichterbij. Hoewel de keerzijde is dat er ook veel ‘valse vrienden’ tussen zitten, mensen met wie je eigenlijk geen band hebt maar die zich wel op je tijdlijn hebben genesteld.”
Wat was voor u de grootste verrassing in, zeg, de afgelopen 30 jaar?
“Ik zou het niet bij één verrassing kunnen houden. De grootste verrassingen zitten in de hoek van voorspellingen die op wonderbaarlijke wijze niet zijn uitgekomen. Neem bijvoorbeeld het politieke systeem, dat zou door internet en het gemak waarmee burgers informatie kunnen opzoeken totaal veranderen. Gebeurde niet. Ook zou er meer democratie komen door de vrije beschikking over informatie voor iedereen. Ook niet. Videobellen zou ook de killer-app worden. Ondanks Skype is dat niet gebeurd en waarom niet, omdat mensen niet altijd in beeld willen komen. Voorspellen is sowieso moeilijk, kijk maar naar de film Back to the Future. Oké, het Hoverboard is er niet gekomen, maar heb je er wel op gelet dat in de hele film de mobiele telefoon niet voorkomt?”
Registreren
- Direct toegang tot AGConnect.nl
- Dagelijks een AGConnect nieuwsbrief
- 30 dagen onbeperkte toegang tot AGConnect.nl
Ben je abonnee, maar heb je nog geen account? Neem contact met ons op!