Forse EU-begroting voor digitale ontwikkeling

In de beoogde begroting zijn miljarden euro’s uitgetrokken voor supercomputers en dataprocessing (2,7 miljard euro), Artificial Intelligence (2,5 miljard euro), cybersecurity (2 miljard euro), digital skills (700 miljoen) en digitale transformatie (1,3 miljard euro). 

Bouwen op de fundering

Na de lancering van de Digital Single Market strategie (DSMs) van 2013 vindt vice-president van de (DSMs), Andrus Ansip, het nu tijd om daadwerkelijk te investeren. “Met de DSMs hebben we een regelgevingskader opgesteld dat geschikt is voor het digitale tijdperk. Dit moet gepaard gaan met even ambitieuze financiering en investeringen in het Digital Europe-programma om het internationale concurrentievermogen van de EU te vergroten, alsook de ontwikkeling en versterking van Europa's strategische digitale capaciteiten”, zo geeft Ansip aan.

Deze sleutelcapaciteiten betreffen high-performance computing, AI, cybersecurity en geavanceerde digitale vaardigheden. De ontwikkeling en versterking hiervan zorgt ervoor dat deze door bedrijven en de publieke sector op brede schaal worden gebruikt en toegankelijk zijn voor zowel de economie als de samenleving.

Betere internationale positie

Liesbeth Ruoff, thought leader opleidingen en IT-skills bij de KNVI, volgt de ontwikkeling met extra interesse. “Dat deze onderwerpen nu ‘al’ op de politieke agenda staat en de begroting hiervoor al wordt opgezet, is een grote stap voorwaarts. Dat laat zien dat Europa het serieus neemt. Vooral Ansip is een grote drijvende kracht achter de digitale ontwikkeling in Europa’’, zo vertelt ze aan AG Connect.

De investeringsronde kan Europa volgens Ruoff als geheel verder helpen in de positionering ten opzichte van andere spelers in de wereld. “Europa kan hiermee weer een betere positie innemen. Het is natuurlijk doodzonde als er bijvoorbeeld een kwantumcomputer voor een groot deel wordt ontwikkeld in Delft, maar de octrooien uiteindelijk in Amerikaanse handen zijn omdat de professor wordt weggekaapt. Met een sterkere positie kun je dat soort scenario’s voorkomen. Daar is blijvende ontwikkeling voor nodig”, aldus Ruoff.

Eurocommissaris Mariya Gabriel vindt ook dat Europa weer de leiding kan nemen door deze beoogde investeringen. “Dit Europese digitale programma is een belangrijke stap in het versterken van Europa’s wereldleiderschap in de digitale transformatie”, aldus Gabriel. Volgens de eurocommissaris is de Europese burger altijd de kern van het programma. “Een van de belangrijkste pijlers van het programma is de investering in onze burgers. Hiermee kunnen zijde geavanceerde digitale vaardigheden verwerven die ze nodig hebben om toegang te krijgen tot de nieuwste digitale technologieën, en deze ook gebruiken.”

Wet van de remmende voorsprong

In het DESI-rapport van mei dit jaar, werd duidelijk dat de lidstaten van Europa onderling flink verschillen als het aankomt op digitale ontwikkeling en infrastructuur. Of de investering van ruim negen miljard euro een taart is die eerlijk zal worden verdeeld, is niet bekend. Zo zou het kunnen dat de Europese Unie tegelijkertijd inzet op een gelijktrekkende beweging van de ‘achterliggende’ lidstaten ten opzichte van de voortrekkers. 

Volgens Liesbeth Ruoff is het daarentegen zeer belangrijk dat de landen die in het DESI-rapport als toplanden werden ingeschaald, zich ook blijven ontwikkelen. “Daar is de wet van de remmende voorsprong op van toepassing. Deze landen moeten zich ook blijven ontwikkelen. Je kunt zien dat de Oostbloklanden zoals Polen erg hun best doen om zich te ontwikkelen. Het is belangrijk dat de toplanden dat ook blijven doen.”

Het voorstel voor de investering is onderdeel van de Europese begroting voor 2021-2017, die uiterlijk 2019 moet worden goedgekeurd om naadloos aan te sluiten op de lange termijnbegroting van 2014-2020.